Elk mens kent angsten. Zo kennen we twee angsten die reeds vanaf onze geboorte aanwezig zijn: scheidingsangst en verlatingsangst. Beide angsten hebben te maken met het hechtingsproces tussen kind en ouders. Iets later de angsten die tot uiting komen in angst voor vreemden of angst in het donker. Ook de angst voor harde of plotselinge geluiden zijn bekende voorbeelden.
Naarmate kinderen ouder worden komen ook weer andere angsten in beeld. Faalangst, angst voor onweer, angst voor bepaalde dieren of angst voor water tot en met angst dat er een enge man onder je bed ligt. Ook angsten tijdens nachtmerries kunnen voorkomen. Gelukkig groeien we veelal over de angsten heen die we als kind ervoeren. Ook volwassenen hebben zo hun eigen angsten. De angst van onvoldoende functioneren op je werk, angst om buiten de groep te vallen of angst dat je niet aan je financiële verplichtingen kunt voldoen.
Wat is angst?
Angst is een emotie; een bepaalde gemoedstoestand. Angst komt tot uiting wanneer er gevaar dreigt. Angst is een gezonde reactie van ons lichaam. Kortom; angst heeft een signaalfunctie. Bij angst krijg je hartkloppingen, je ademhaling wordt sneller, je bloeddruk stijgt en je spieren worden gespannen. Of je krijgt de koude rillingen, kippenvel en je nekharen gaan overeind staan. Het lichaam wordt als het ware klaar gemaakt om te vechten, te vluchten of te bevriezen.
Angst bij ouderen
Ouderen hebben ook zo hun eigen angsten. Zo is daar de angst om te vallen, de angst voor cognitieve achteruitgang, de angst voor een ernstige ziekte of de angst om dement te worden. Ook de angst door het gebruik van medicijnen kan er een zijn. Of de angst dat door een verkeerde interpretatie van een normale vergeetachtigheid bij het ouder worden er sprake zou zijn van dementie. En in de laatste fase van het leven is daar de doodsangst.
Angst bij ouderen kan ook tot uiting komen in de vorm van lichamelijke klachten. Daarbij kun je denken aan duizeligheid, slaapproblemen, benauwdheid of hartkloppingen. Of vermoeidheid, pijn of een algemene achteruitgang in hun functioneren. Daarbij moet je denken aan verlies aan zelfzorg; zoals slecht eten of drinken of medicatie-ontrouw. Met als gevolg dat de onderliggende angstsymptomen als het ware verborgen blijven.
In de praktijk wordt dan een diagnose gesteld op basis van de genoemde klachten. Klachten die nu eenmaal bij de leeftijd horen. In een dergelijk geval eigenlijk een vorm van een stereotype opvatting.
Tenslotte zijn daar de angstklachten van ouderen indien psychiatrische aandoeningen een rol spelen. Bij dementie of geheugenproblemen kunnen ouderen angstig of wantrouwig worden. Ook bij een depressie of een psychose kunnen angsten een rol spelen.
Valangst bij ouderen
Een bekende angst bij ouderen is valangst. Een overmatige zorg om te vallen. Uit onderzoek is gebleken dat van de 65 plussers 30% nog niet is gevallen en 50% die een recente valpartij hebben meegemaakt. Het nadeel van deze valangst is het optreden van onzekerheid en anticipatieangst. Er ontstaat een gebrek aan zelfvertrouwen tijdens het lopen met als gevolg sociale vermijding of het niet meer op straat durven lopen (agorafobie). Of nog erger; het steeds meer vermijden van zelfstandig lopen en wandelen.
En juist door vermijding en het (onnodig) gebruik van wandelstok of rollator neemt de loopmotoriek steeds meer af. Beenspieren nemen daardoor in kracht af, de doorbloeding neemt eveneens af met alle gevolgen van dien.
Angststoornissen
Bij het ervaren van angsten terwijl er geen daadwerkelijk gevaar dreigt spreken we in termen van angststoornissen. Het gaat hier om een verzamelnaam voor verschillende stoornissen met pathologische angst. Dat is een meer bijzondere vorm van angst die dan ook wordt beschreven in het handboek van de psychiatrie: de DSM-5-TR (text reversion).
Daar worden de verschijnselen beschreven die kunnen optreden bij een angststoornis. Je moet dan denken aan o.a. bange voorgevoelens, ongeduld, spanningen, concentratie- of slaapproblemen. Voorbeelden van een angststoornis zijn dan de sociale angststoornis, de gegeneraliseerde angststoornis of de verlatingsangststoornis. Bij een sociale angststoornis ga je sociale contacten vermijden uit o.a. onzekerheid.
Bij een gegeneraliseerde angststoornis ben je continue gespannen over alledaagse dingen. En bij verlatingsangst ben je bang om verlaten te worden door iemand die voor jou belangrijk is.