In het eerste deel van deze blogserie hebben we het met name gehad over hoe ons geheugen is georganiseerd m.b.v. een model. Vervolgens waar onze herinneringen zich in ons brein bevinden. En de vraag of onze herinneringen wel betrouwbaar zijn.
In het tweede deel zijn we nader ingegaan op de vraag waarom herinneringen zo belangrijk voor ons zijn. Het autobiografisch geheugen speelt een belangrijke rol in ons leven. We zijn geëindigd met de gevolgen van het ouder worden in relatie tot ons geheugen.
In dit derde deel van deze blogserie staan we stil wanneer het geheugen ons in de steek laat. We hebben het dan over dementie. Binnen de psychiatrie wordt tegenwoordig gesproken over een neurocognitieve stoornis. Neuro staat voor neuronen of zenuwen. Cognitie heeft betrekking op ons denken en leren. Stoornis geeft aan dat er iets niet goed gaat in onze hersenen. Delen van de hersenschors verschrompelen bij dementie met alle nare gevolgen van dien.
Wat weten we op dit moment over dementie
Een heel complex ziektebeeld met stilaan gedragsproblemen en uiteindelijk afhankelijk worden van anderen. Dat is in essentie wat er gebeurt. Zo wordt de komende jaren een sterke toename verwacht van het aantal mensen met dementie in Nederland: van 260.000 thans tot 400.000 in 2050. Dit heeft te maken met het gegeven dat de bevolking in Nederland steeds ouder wordt.
Dementie laat een progressief ziektebeeld zien dat de levensverwachting verkort. Er is tot op heden geen mogelijkheid tot genezing bekend. Er bestaan heel veel verschillende vormen van dementie. De vorm die wellicht het meest bekend is betreft Alzheimer. Deze “ziekte” is vernoemd naar de Duitse psychiater en neuropatholoog Alois Alzheimer (1864-1915) die op basis van hersenonderzoek, na het overlijden van een patiënt (1906), zowel eiwitneerslag als verschrompelde hersenen onder zijn microscoop ontdekte.
Bij Alzheimer dementie (AD), ongeveer 70% van de gevallen, is er sprake van versnelde verouderingsverschijnselen en deze kunnen al voor de leeftijd van 65 jaar optreden. Ze gaan bovendien vaak gepaard met andere ziekten als bijvoorbeeld atherosclerose (slagaderverkalking). Daarom spreken artsen wel over een syndroom i.p.v. een ziekte op basis van allerlei symptomen. Het is echter wel een onomkeerbaar proces van lichamelijke en geestelijke veroudering.
Als oorzaak van Alzheimer wordt veelal gewezen op eiwitten die zich vastzetten op de neuronen (zenuwen) waardoor er een eiwitophoping plaatsvindt (zgn. plaques). Met als gevolg dat het contact tussen de verschillende zenuwen wordt verbroken. Door hersenvocht af te nemen kan de waarde van bepaalde eiwitten worden vastgesteld.
Daarnaast is er reeds in 85% van de gevallen bij Alzheimer dat de hippocampus (*) al reeds in het beginstadium kleiner wordt. De hippocampus is de opslagplaats van o.a. informatie van onze zintuigen en andere informatie uit de hersenen. Wanneer de hippocampus gaat haperen worden gebeurtenissen of handelingen niet goed opgeslagen in het geheugen en zijn ze later ook niet terug te vinden. Een hippocampus verkleining is via een MRI-scan vast te stellen. Uiteindelijk krimpen alle delen van de hersenen met het voortschrijden van Alzheimer.
Een andere vorm van dementie is de vasculaire dementie (VD). Bloedvaten in de hersenen raken verstopt waardoor bepaalde hersendelen geen zuurstof meer krijgen en afsterven. Het eerste dat optreedt bij zowel Alzheimer dementie (AD) als vasculaire dementie (VD) zijn geheugenstoornissen. Daarnaast treden ook vaak stoornissen op bij het bewegen en spreken.
Het verloop van dementie
Om nu een indruk te krijgen wat er nu gebeurd met mensen die worden getroffen door dementie (of neurocognitieve stoornis) kunnen we als het ware spreken over een drietal stadia die – in de tijd – langzaam in elkaar gaan overlopen. We doen dat aan de hand van de symptomen die zichtbaar worden tijdens deze drie stadia.
Het eerste stadium
In het eerste stadium kun je nog spreken dat iemand vergeetachtig wordt. Van een boodschap vergeten die wel op je briefje stond. Je niet meer herinneren wat je in de ochtend nu hebt gedaan of met de dagen van de week in de war zijn. Ook met de tijd ben je wel eens in de war. Vragen beantwoorden over een artikel dat je in de krant hebt gelezen lukt niet altijd meer. In dit eerste stadium kan er ook reeds een eerste verandering optreden qua persoonlijkheid. Kortom; geheugenproblemen en moeite krijgen met het uitvoeren van alledaagse handelingen.
*Toepassing van het model*
In blog 1 hebben we gesproken over de organisatie van ons geheugen in de vorm van een model. We spraken over het sensorisch vermogen, het werkgeheugen en het lange termijn geheugen. Als we dit eerste stadium nu vertalen naar het model dat we in blog 1 hebben besproken dan is bij beginnende dementie sprake van een geleidelijk verlies van het werkgeheugen (of korte termijn geheugen) en delen het lange termijn geheugen.
Daarentegen is het nog piano kunnen spelen een voorbeeld dat het procedureel geheugen (weten hoe of motorische vaardigheden) nog goed functioneert. Het procedureel geheugen is een onderdeel van het lange termijn geheugen.
Het tweede stadium
In het tweede stadium ontstaan er steeds meer problemen die te maken hebben met het cognitief vermogen; het kunnen denken en leren. De patiënt wordt verward, is de weg kwijt en kan zijn huis niet meer terug vinden. Ook kunnen er allerlei taalstoornissen optreden ten gevolgen van beschadiging van bepaalde hersengebieden. Bekende vormen van beschadiging zijn afasie (moeite met het begrijpen en uiten van taal) of apraxie (moeite met het uitvoeren van bepaalde handelingen). Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van keukenapparatuur. Ook agnosie (het niet herkennen van zichzelf in de spiegel, anderen of het eigen huis) vindt plaats en daarmee treedt ook langzamerhand een steeds grotere verandering van iemands persoonlijkheid plaats.
Wat ook in dit stadium kan optreden is dat de patiënt van tijd tot tijd last krijgt van stemmingswisselingen of angsten. Kan apathisch gedrag vertonen of lijkt (vaak) afwezig .Ook kan het voorkomen dat de patiënt wanen (denkstoornissen) of hallucinaties (dingen zien die er feitelijk niet zijn) gaat vertonen.
*Toepassing van het model*
Zowel het sensorisch geheugen, als ook het werkgeheugen en onderdelen van het lange termijn geheugen (persoonlijke ervaringen, algemene kennis of feiten) zijn ernstig aangetast.
Het derde stadium
Het derde stadium is de meest vergaande vorm van zowel lichamelijke- als geestelijke aftakeling. De patiënt krijgt steeds meer moeite met de algemeen dagelijkse levensverrichtingen. Delen van de hersenschors verschrompelen (lees hersencellen sterven af) waardoor er geen contact meer is tussen bepaalde delen van de hersenen. Men spreekt wel over decorumverlies. De patiënt is niet meer zichzelf en lijkt steeds meer in een eigen wereld te leven. De motoriek wordt houterig, de patiënt wordt hulpbehoevend en helaas ook vaak incontinent. De zelfherkenning (de eigen ik of ik-beleving) is weggevallen. Vaak is opname in bijvoorbeeld een verpleeghuis noodzakelijk omdat verzorging thuis – zelfs met mantelzorg – niet meer mogelijk is. Samenvattend kun je spreken over een steeds toenemend verval dat onomkeerbaar is.
*Toepassing van het model*
Het lange termijn geheugen is nagenoeg geheel verdwenen. Heel sporadisch kan nog iets uit het autobiografisch of lange termijn geheugen kort opleven wanneer de patiënt een muziekstuk hoort wat het hele leven door van groot belang is geweest voor de patiënt. Het doet mij denken aan een balletdanseres die reeds volslagen apathisch was geworden maar bij het horen van een bepaald gedeelte uit het Zwanenmeer plotseling alert werd en nog bepaalde danshoudingen aannam. Om – nadat de muziek stopte – weer gelijk in een apathische houding te vervallen. Het ging kennelijk om dierbare herinneringen die voor haar een grote rol hebben gespeeld in haar leven als balletdanseres.
NB: muziek, muzikale beleving, roept bijna automatisch beweging op. Je kunt i.t.t. de ogen, je oren niet zonder meer afsluiten voor klanken. Muziek is klanken, zijn trillingen, frequenties die we ook met ons lichaam gewaar kunnen worden (van kippenvel tot harde beat in je buik).
Normale veroudering en ons brein
Nu we globaal het proces van dementeren hebben beschreven is het wellicht goed, om als tegenhanger, ook het normale proces van veroudering en geheugen in beeld te brengen.
Geheugen is een onderdeel van ons brein. En met het ouder worden verandert ook langzaam ons geheugen. Maar het is niet alleen ons geheugen dat verandert. Ook onze cognitieve vermogens (denken en leren) gaan achteruit. Bij veroudering is nl. sprake van celverlies in de hersenen. Celverlies in de vorm van het afsterven van cellen die niet worden vervangen; de zogenaamde senescente cellen. Ook de productie van bepaalde neurotransmitters (de boodschappers tussen de zenuwbanen) neemt af. Het gaat daarbij om neurotransmitters als dopamine (), serotonine () en acetylcholine (*) die een belangrijke rol spelen bij het geheugen.
Enigszins simpel gezegd: het volume van onze hersenen wordt kleiner. Zoals we ook “fysiek kleiner” worden doordat onze tussenwervels steeds dunner worden door slijtage. Als we nu verder gaan inzoomen op onze hersenen, ons brein, dan zijn daar verschillende delen expliciet onderhevig aan verouderingsprocessen. Zo zijn de prefrontale hersenen() (de hersenen direct achter ons voorhoofd) en de hippocampus() (een belangrijk orgaan voor geheugenopslag) sterk onderhevig aan verouderingsprocessen. Hippocampus en prefrontale cortex staan nl/. in directe verbinding met elkaar voor wat betreft geheugenprocessen. Met name het autobiografisch geheugen en het werkgeheugen zijn onderhevig aan dat verouderingsproces. Iets nieuws leren op veel oudere leeftijd kost dus veel tijd en energie.
Zo is daar ook het gegeven dat de ogen (ons zien) en het gehoor (ons horen) beduidend slechter wordt met het ouder worden. Ook de reuk en de smaak kunnen aan verandering onderhevig zijn. Deze achteruitgang heeft dan weer op zijn beurt gevolgen voor ons sensorisch (onze zintuigen) geheugen.
Ook ons evenwichtsorgaan in de kleine hersenen (cerebellum) is onderhevig aan het verouderingsproces. Niet voor niets wordt ouderen vaak gewezen op het valgevaar met alle gevolgen van dien voor het genezingsproces indien daarbij botbreuken optreden.
Kortom; normale verouderingsprocessen die geleidelijk ontstaan en waarbij we bij het ouder worden ons zowel lichamelijk als geestelijk steeds moeten aanpassen.
De behandeling van Alzheimer dementie
Allereerst is daar Alzheimer Nederland met 200 Alzheimer cafés waar informatie wordt gegeven over de ziekte, behandeling en allerlei praktische zaken. Naast het verstrekken van medicijnen (die de ziekte niet kunnen stoppen of genezen) gaat het om niet-medicamenteuze behandelingen. Zo is daar de extra lichaamsbeweging die kan zorgen voor de uitgroei en rijping van nieuwe hersencellen in de hippocampus. De grote spieren van rug en benen zouden daarbij voor het grootste effect zorgen. Maar dit geldt ook voor gezonde mensen. Een warm pleitbezorger voor voldoende bewegen is Erik Scherder, de bekende neuropsycholoog. NB; bewegen heeft met onze motoriek te maken. Motoriek doet een beroep op het procedurele geheugen, dat weer een onderdeel is van het lange termijn geheugen. Het gaat hier dus om bewust het lange termijn geheugen te prikkelen.
Een andere vorm van “aandacht geven” (interventievorm) betreft de kunstzinnige reminicentie (bewust ophalen van herinneringen) waarbij dierbare momenten uit het leven van de Alzheimer patiënt weer in het licht van de eigen bewustzijn wordt gebracht. Dit kan door tekenen, schilderen, muziek maken of naar muziek luisteren of kijken naar kunstafbeeldingen, kleurrijke sfeerfotografie. Ook het vertellen van een verhaal waarbij tijdens het verhaal allerlei liederen, tekeningen of natuurproducten tevoorschijn worden gehaald kan effect sorteren. NB; kunstzinnige vorming heeft te maken met onze zintuigen: ogen, horen, tasten, ruiken en proeven. Het prikkelen van de zintuigen doet een beroep op ons sensorisch geheugen.
Tenslotte kan in deze worden genoemd het “aandacht geven” aan het onderzoek naar voeding en voedingssupplementen in relatie tot het effect op de lichamelijke gezondheid. Voeding met voldoende calorieën en voldoende eiwitten kunnen verlies van spierweefsel zo veel mogelijk voorkomen.
Naarmate het proces van dementeren voortschrijdt betekent dit dat zowel geduld als voldoende hulp tijdens het eten van groot belang zijn voor het welzijn van de patiënt.
Verklaring begrippen: namen met een (*)
Prefrontale cortex
Het voorste deel van de hersenen. Met name van belang bij uitvoerende functies, planning, probleem oplossen en concentratie. Is van belang voor het werkgeheugen (korte termijn geheugen).
Hippocampus
Betekent zeepaardje en is in beide hersenhelften aanwezig. Zorgt er voor dat informatie uit het werkgeheugen wordt omgezet naar het lange termijn geheugen.
Neurotransmitters dopamine, serotonine en acetylcholine:
Neurotransmitter betekent boodschapper. Signalen overbrengen van de ene zenuw naar de andere zenuw. Op deze manier kunnen zenuwen met elkaar communiceren.
Dopamine zorgt er voor dat je je goed voelt. Zorgt voor concentratie en motivatie.
Serotonine geeft een gevoel van tevredenheid en veiligheid. Reguleert onze slaap en dromen.
Acetylcholine zorgt voor een goed geheugen en een goede reactiesnelheid.
Bronnen
Deth, R. van (2019) Psychiatrie. Van diagnose tot behandeling. (Houten, Bohn, Stafleu Van Loghum).
Gervan, M. van; Tellingen, C. van (red) (2018) Dementie en ik. (Zeist, Stichting Kingfischer Foundation).
Sommer, I. (2020) Haperende hersenen. (Amsterdam, Balans).