In blog 1 van dit onderwerp ging het o.a. over wat we onder geluk verstaan, of geluk ook zichtbaar is en over onze gelukshormonen. In deze blog willen we met name stilstaan bij ouderen in relatie tot gelukkig zijn of worden.
Onderzoek
Uit een onderzoek Belevingen van CBS in 2019 onder 38.000 55-plussers noemt 88% zich gelukkig, gemeten op een tien-puntsschaal van 1 (volledig ongelukkig) tot 10 (volledig gelukkig). Daarvan zegt 58% nu even gelukkig te zijn als toen ze 25 jaar waren en 25% zegt zelfs gelukkiger te zijn dan vroeger.
Nu is de doelgroep 55-plussers een zeer ruim begrip. Als we dat nu verder gaan uitsplitsen in bepaalde leeftijdsgroepen krijgen we een meer genuanceerder beeld. Zo blijkt dat 65-plussers vaker genieten van het ouder worden dan 55-plussers. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat 55-plussers meestal nog werken en 65-plussers veelal met pensioen zijn gegaan.
Van de leeftijdsgroep 65 tot 75 jaar wil de grote meerderheid ook nog lang leven zoals ze zich nu voelen. Maar bij de 75-plussers wordt deze wens al veel minder geuit. Een mogelijke verklaring hiervoor kan zijn dat met het ouder worden vaak ook meer gebreken aan de orde komen. Denk daarbij aan versleten knieën (artrose) of een versleten heup. Of een te hoge bloeddruk of zelfs comorbiditeit (lees meerdere kwalen tegelijkertijd).
De vraag die nu een dergelijke ontwikkeling oproept is of met het ouder worden het gelukkig zijn of worden verder toe- of afneemt.
Sociaal Cultureel Planbureau
In 2020 verscheen een rapport van het SCP met als titel: Gelukkig worden in een veranderende wereld. Want niets blijft hetzelfde in de tijd gezien. Alles verandert, alles is in beweging, alles stroomt. Panta Rhei zoals de filosoof Heraclitus (ca 625-575 v. C.) zijn filosofie van de eeuwige verandering verwoordde.
Onze huidige leefwereld laat zich o.a. kenmerken met woorden als “meer digitaler”, “afstandelijker”, “social media” en “meer anoniem”. Processen waarbij groepen in de derde- (65-80 jaar) of vierde levensfase ( 80 jaar en ouder) zich niet altijd meer in kunnen herkennen.
Wat met name speelt bij het ouder worden is de overgang van zelfstandigheid, de eigen autonomie naar bepaalde vormen van afhankelijkheid. Een geleidelijk proces dat o.a. zichtbaar wordt in vergeetachtigheid, het overlijden van een levenspartner, familielid of vrienden, eenzaamheid en minder mobiliteit. Ouderen spreken in dit verband ook wel dat ze meer kwetsbaar worden. Zo blijkt bij 75-plussers dat 1 op de 10 afhankelijk wordt van allerlei zorgvoorzieningen.
Als je dit gegeven doortrekt naar de toekomst waarbij de groep ouderen veelal ook steeds ouder worden – de zogenoemde dubbele vergrijzing – kan dit leiden tot “ernstige” zorgafhankelijkheid. En dan te bedenken dat de vraag naar betaalbare en toegankelijke zorg steeds groter zal worden, terwijl de menskracht steeds kleiner wordt. Of anders gezegd: meer zorgvraag, minder zorgpersoneel en minder financiële middelen. In dit verband wordt er wel – symbolisch gesproken – over een dreigend zorginfarct.(1)
Wat wel kenmerkend is met het ouder worden dat het gebrek aan zingeving toeneemt. In het onderzoek van het CPB werd dit vertaald met “een toenemende eenzaamheid”, een gevoel van “er niet meer toe doen” of een “algeheel gevoel van vermoeidheid”.
Gelukkig ouder worden
Waar denken ouderen zelf aan bij “gelukkig ouder worden”. SCP heeft dit vertaald in een aantal thema’s.
Zoals daar o.a. zijn:
• het vermogen om zelf beslissingen te nemen: autonomie
• een gevoel van hoop en naar de toekomst kijken
• “erbij horen”; het verbonden zijn met andere mensen.
En wat zeiden de 100-jarigen? Veelal was sprake van een eigenzinnig en onafhankelijk terug kijken op hun leven. Ze spraken over:
• heb mededogen
• accepteer de mensen zoals ze zijn
• blijf in beweging
• blijf nieuwsgierig en wees eigenzinnig.
Kortom: relativering en activering. Wijsheid en levenservaring komt met de jaren. Daar kunnen ouderen trots op zijn.
Bron
Prof. Dr. Kremer, J. Advies: van marktmeester naar transitiemeester. (Nijmegen, 15/04/2024).